Oorspronkelijk komt het blauwe druivenras Pinot Noir uit de Bourgogne in Frankrijk, maar ook in andere Franse regio’s wordt de druif aangeplant. De druif staat bekend om zijn dunne schil en geeft de voorkeur aan een koel klimaat. Daarnaast staat hij ook het liefst een kalkhoudende kleigrond. Dat maakt het verbouwen van de Pinot Noir nog best een uitdaging. Maar slaag je erin om goede druiven te oogsten, dan heb je ook echt wat, namelijk een prachtige, elegante wijn.
Ondanks deze beperkingen, heeft de Pinot Noir inmiddels ook voet gezet buiten Frankrijk. Je komt de druif veel tegen in landen als Chili, Duitsland (waar hij Spätburgunder wordt genoemd), Oostenrijk, Nieuw-Zeeland, Australië en de Verenigde staten.